Politieke ambtsdragers
Het huidige decoratiestelsel kent één wettelijk vastgelegd automatisme, namelijk voor volksvertegenwoordigers, ministers en staatssecretarissen.
Volgens artikel 14 van het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau komen zij automatisch in aanmerking voor een Koninklijke onderscheiding na een bepaalde periode. De belangrijkste reden voor deze automatische decoratieverlening is het vermijden van een politieke strijd over de onderscheidingen.
- Voor leden van de Staten-Generaal (de Eerste of Tweede Kamer) en leden van de Staten van Aruba, Curaçao of Sint Maarten geldt dat ze ten minste twee keer zijn herkozen en ten minste tien jaar zitting hebben gehad.
- Voor de Nederlandse leden van het Europees Parlement geldt dat ze ten minste eenmaal moeten zijn herkozen en ten minste tien jaar zitting hebben gehad.
- Voor de leden van provinciale staten, gemeenteraden en eilandsraden geldt dat ze ten minste twaalf jaar zitting moeten hebben gehad.
Voor bovenstaande groepen geldt dat de volksvertegenwoordigers kunnen worden voorgedragen voor een Koninklijke onderscheiding bij hun afscheid als volksvertegenwoordiger. Voor hen geldt wel dezelfde advies- en besluitprocedure als voor andere burgers, van de burgemeester tot de minister (in dit geval van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).
Voor ministers en staatssecretarissen geldt dat zij hun ambt ten minste een jaar moeten hebben bekleed. De minister-president zendt een voordracht tot verlening van een onderscheiding direct aan Zijne Majesteit de Koning. Hiervoor is de normale advies- en besluitprocedure niet van toepassing.