‘Vrijwilligers worden enthousiast als ze zien dat het loopt’
Jan Janssen, vrijwilliger bij de Stichting Voedselbank Veghel
Lid in de Orde van Oranje-Nassau sinds 26 april 2023
‘Er was nul netwerk. Er was niks meer, alleen drie palets met bierworstjes. Die wilden ze uitdelen.’ Jan Janssen werd in 2009 voorzitter van de Stichting Voedselbank Veghel. ‘Maar ik ging bellen met andere voedselbanken om de bierworstjes te delen. Daar werd dankbaar gebruik van gemaakt. En iedereen die iets haalde, bracht ook iets mee. Toen was de dag om en hadden we opeens allemaal nieuwe producten.’
Langzaam sterker
‘In het verleden was ik boer. Ik teelde snijbloemen en ik werkte 7 dagen per week. Na een auto-ongeval kon ik door een whiplash vanaf de ene op de andere dag helemaal niks meer. Dat gaat nu gelukkig iets beter. Na een heel traject werd ik afgekeurd voor het arbeidsproces. Toen ben ik zoetjesaan het vrijwilligerswerk ingerold.’
‘Het is allemaal begonnen bij de Whiplashstichting Nederland. Dat voelde toen als een logische stap. Ik had de tijd en de mogelijkheden. Ik werd langzaam wat sterker en ik zag dingen waar ondersteuning bij nodig was. Zo ging ik ook werken voor de jeugdwerkweek Mariaheide, de buurtvereniging en de dorpsraad. En ik werd gids en natuurwachter bij IVN.’
Tijdelijk voorzitter sinds 2009
‘Ik deed een computercursus in een gebouw van ONS Welzijn. Daar vroeg iemand mij of ik af en toe wilde rijden voor de voedselbank. Dat wilde ik wel. Een aantal maanden later bleek de voedselbank met problemen te kampen en iemand vroeg mij om bij een vergadering aanwezig te zijn. Dat zag ik eigenlijk niet zitten, maar ik werd toch overtuigd om erbij te komen. Na de vergadering werd mij gevraagd om voorzitter te worden. Mijn eerste reactie was: dat doe ik niet. Maar men drong aan. Toen zei ik: nou, vooruit, maar alleen tijdelijk. Inmiddels ben ik het nog steeds. Daar zit nu al mijn energie in.’
‘Ik legde contacten met de andere voedselbanken, met gemeenten, bedrijven, met scholen, met mensen. Zoetjesaan groeide een vertrouwensband. Als bedrijven producten over hebben, dan bellen ze ons. Maar ze gingen ook met ons meedenken en zo kwam van het een het ander. We brengen spullen bij elkaar voor de voedselpakketten. We zorgen goed voor onze cliënten. We proberen altijd dat mensen niet met lege handen naar huis gaan. En als het nodig is zorgen we ervoor dat ze daar komen waar ze hulp kunnen krijgen. Maar we zorgen ook voor andere voedselbanken. Dat kweekt goodwill. We hebben altijd iets voor elkaar over. En als er nieuwe initiatieven ontstaan in de gemeente, proberen we daar altijd op aan te sluiten. De andere vrijwilligers worden ook enthousiast als ze zien dat het loopt.’
Opeens in het middelpunt
‘Ik moest op tijd thuis zijn voor een afspraak. Daarvoor heb ik me nog snel omgekleed. Toen stapte de burgemeester binnen om mij de Koninklijke onderscheiding te geven. Dat overrompelde me en was onwerkelijk. Ik stond opeens in het middelpunt van de belangstelling. Het heeft echt neer moeten dalen. Mijn zwager heeft het gefilmd en ik heb het meerdere keren teruggekeken. Het is heel mooi om dit mee te mogen maken.’