Bruisen van de energie voor de familie en de kledingbank
Hetty Ordelman-van der Brugge uit Amersfoort
Lid in de Orde van Oranje-Nassau sinds 26 april 2023
‘Toen we begonnen, hadden we het idee dat we zo weer zouden stoppen. We konden ons niet voorstellen dat de armoede in Nederland zo groot kon zijn. Maar het tegendeel is waar gebleken. Men kan niet meer zonder ons.’ Hetty Ordelman-van der Brugge raakte in 2006 betrokken bij de oprichting van de Kledingbank Amersfoort. ‘Ik was toen buschauffeur en een collega vertelde over de plannen voor een kledingbank. Dat sprak mij wel aan. Ik ben evangelisch opgevoed en ik wilde vroeger in de zending, maar door het werk en het gezin was dat er nooit van gekomen. Ik zei: “als het serieus wordt, laat het me weten.” Daarop antwoordde hij: “nou, we zijn eigenlijk al bezig. Als je wil, ben je welkom.”’
(tekst loopt door onder de afbeelding)
Een maand vakantie op de kledingbank
‘Van woningcorporatie Portaal kregen we een ongebruikte aula tot onze beschikking. En daarna nog een gymzaal. We zijn begonnen met 20 bananendozen met kleren. Wat we kregen, hebben we uitgedeeld. We konden toen nog niet zo kritisch zijn. Nu werken we met een voorraad van zo’n 1000 dozen. En er werken meer dan 70 vrijwilligers, allemaal even enthousiast. We zijn een grote familie geworden. Iedereen gaat voor elkaar door het vuur.’
‘De kledingbank is mijn kindje. Ik kan niet verklaren waarom maar ik ben er 24/7 mee bezig. Ik heb de dagelijkse leiding over de winkel. De winkel moet er altijd mooi uitzien en er moet altijd wel iets geregeld worden. Alle dagdelen hebben een coördinator en met elkaar hebben we maandelijks een vergadering. Die vergadering bereid ik voor, zit ik voor en ik maak er verslag van. Eigenlijk kom ik tijd te kort. Toen ik nog buschauffeur was, had ik op een bepaald moment zoveel vrije dagen dat ik een maand naar huis werd gestuurd. Dat werd een maand op de kledingbank. Ik hoef niet drie weken naar Turkije. Dat is aan mij niet besteed.’
Hetty werkte tot 2020 als buschauffeur, heeft vier kinderen en tien kleinkinderen voor wie ze regelmatig oppast: ‘Als ik er nu op terugkijk, vraag ik me af: hoe heb ik dat gedaan? Maar het gaat spelenderwijs en we doen het met elkaar. De kleinkinderen zijn altijd leuk. Ik kan het allemaal aan en ik bruis van de energie.’
‘We hebben de perfecte locatie maar helaas moeten we daar weg. We zijn in samenwerking met de gemeente op zoek naar een nieuw pand, maar dat gaat heel stroperig. We hebben er weleens aan gedacht om ons op te heffen, maar we zijn nog hartstikke nodig.’
Een lintje voor alle mensen van de kledingbank
‘Mijn man heeft het initiatief genomen om mij voor te dragen voor een lintje. Ik heb dat geen moment doorgehad. We waren zogenaamd uitgenodigd voor een afspraak op het stadhuis op 26 april over de kledingbank. Mijn man zei: “Ga mee, jij durft je mond open te doen.” Pas toen ik aankwam op het stadhuis, werd het me duidelijk. Mijn kinderen waren daar en mensen van de kledingbank. Ik heb het toen over me heen laten komen en ik vond het fantastisch. Maar ik heb het nooit gedaan om een lintje te krijgen en ik zou alle mensen van de kledingbank er eentje gunnen. Toch ben ik er heel trots op.’