'Gelukkig ben ik gezond en kon ik het doen'
Ariëtte van Kempen uit Putten
Sinds 26 april 2021 Lid in de Orde van Oranje-Nassau
“Ik wilde al vanaf mijn twaalfde verloskundige worden. Toen ik klaar was met mijn studie kwam ik in Putten terecht. Een vriendin werd verloskundige in Amsterdam. Zij zegt dat ze niet graag zou willen werken in zo’n kleine gemeenschap waar iedereen elkaar kent. Ik heb dat andersom: ik zou verdrietig worden in een grote stad waar iedereen elkaar maar voorbijloopt. Hier kom je elkaar altijd weer tegen en ken je elkaars verhaal. En als je om hulp vraagt, dan staan er veel mensen voor je klaar.”
Een tastbare herinnering
“Ik mocht zoveel gezonde kinderen geboren zien worden, maar ik was er ook bij als dromen in duigen vielen. Bijvoorbeeld bij kinderen met afwijkingen, bij kinderen die veel te vroeg werden geboren of bij een stilgeboorte. Met die ouders had ik een ander contact. Het viel me op dat ouders zo’n ervaring vaak zo snel mogelijk ‘moesten’ vergeten. Maar het was hun kind en daarmee was er behoefte aan erkenning. Ik heb me toen ingezet voor een immaturenveld met een monument, de Immatera. Ouders hebben daar de gelegenheid een tastbare herinnering achter te laten. Ik ben dankbaar dat dat is gelukt.”
“Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets moest, maar als het nodig was, dan kookte of waste ik voor de ouders. Soms was er extra zorg nodig, bijvoorbeeld bij baby’s met ernstige beperkingen. En zo gebeurde het dat ik als pleegouder weleens mee mocht zorgen voor een kindje. Gelukkig ben ik gezond en kon ik het doen. We realiseren ons in Nederland vaak niet half hoe goed we het hebben. Dat werd mij ook echt duidelijk toen ik een tijdje als verloskundige werkte in een kliniek van een vriendin in Ethiopië. Er zijn echt 10.000 redenen tot dankbaarheid. Voor mij komt God op de eerste plaats. Net op de goede momenten laat Hij iets op mijn pad komen.”
Om te delen met heel veel mensen
“Toen ik met pensioen ging, kreeg ik weleens de opmerking: jij krijgt straks natuurlijk een lintje? Daardoor was ik wel alert maar er gebeurde niets. Later dacht ik er ook niet meer aan. Op de dag van de lintjesregen waren al mijn afspraken afgezegd maar ik had niks door. Het was een stralende dag en ik zat samen met een paar mensen gezellig wat te drinken. Toen de poort openging en ik de burgemeester zag, werd het me duidelijk. In no time was alles versierd. Ik kreeg een leuke toespraak en heb heel veel kaarten en bloemen gekregen. Speciaal en bijzonder. Toch ben ik ervan overtuigd dat veel mensen een lintje zeker zoveel of meer zouden verdienen dan ik. Dit lintje heb ik ontvangen om te delen met heel veel mensen.”