Geschiedenis van de Orde van de Nederlandse Leeuw
Kort na de instelling van de Militaire Willems-Orde stelde koning Willem I in september 1815 ook een ridderorde in voor (maatschappelijke) verdiensten.
Eigenlijk was het de bedoeling om één ridderorde in te stellen voor zowel dapperheid als verdiensten. Maar door de dreiging van de teruggekeerde Napoleon van het eiland Elba kreeg de beloning van dapperheid even voorrang. En zo ontstond eerst de Militaire Willems-Orde.
Bijdrage aan het opbouwen van de maatschappij
Na de Franse bezetting door Napoleon (1795-1813) moesten de overheid, economie en maatschappij opnieuw worden opgebouwd. Koning Willem I wilde met de Orde van de Nederlandse Leeuw mensen belonen die daaraan een belangrijke bijdrage leverden. Vooral politici, ambtenaren, bouwkundigen, uitvinders en wetenschappers maar ook kunstenaars werden daarom ridder.
Eremedaille
Naast de drie graden (Ridder, Commandeur en Ridder Grootkruis) kende de Orde van de Nederlandse Leeuw ook een eremedaille. Die medaille beloonde mensen uit de lagere klassen. In die tijd was dat nog niet gebruikelijk. Bovendien kreeg een gedecoreerde naast de medaille ook een jaarlijks geldbedrag van 400 gulden. Dat was voor de meeste Nederlanders veel geld. De eremedaille werd omstreeks 1960 voor het laatst uitgereikt.
Weer alleen bij verdiensten
Tijdens de 19de en 20ste eeuw ontstond een soort automatische beloning voor het lang vervullen van bepaalde beroepen. Dit was nooit de bedoeling geweest. Daarom maakte de regering hier in 1994 met wetsaanpassingen een einde aan. Sindsdien worden mensen weer alleen ridder bij bijzondere of uitzonderlijke verdiensten voor de Nederlandse maatschappij.